Je kerstverlichting ophangen is iets dat je of leuk vindt of haat. Als je onvoorbereid bent kan het een tijdrovende en lastige klus zijn en je versieringen komen dan niet op hun best uit de verf. Neem daarom de tijd om jezelf voor te lichten over de veiligheid van kerstverlichting, onder meer over hoe je elk kerstseizoen verlichting kiest, installeert en verwijdert.
Kerstverlichting kiezen
Voor je oudere lampen in je tuin of boom hangt kijk je eerst of de snoeren gebarsten of niet gerafeld zijn, en of er geen losse of kapotte contactdozen zijn. Als die er zijn, kun je de lampjes beter weggooien dan ze proberen te repareren.
Je moet ook alle kerstverlichting of verlengsnoeren weggooien die geen zekeringen in de stekkers hebben. Zekeringen zijn de voornaamste veiligheidsvoorziening als er een elektrische kortsluiting of overbelasting van het circuit optreedt.
Tips bij de keuze van feestverlichting of kerstverlichting:
- Kies voor lampen die getest en goedgekeurd zijn. De certificering staat op de verpakking.
- LED-lampen zijn over het algemeen de beste keuze. Ze verbruiken veel minder energie en geven geen warmte af.
- Als je geen LED-lampjes hebt, probeer dan koeler brandende minilampjes te gebruiken en geen grotere gloeilampen. De gloeilampen van de oude stijl geven vaak genoeg hitte af om droge boomnaalden en andere brandbare materialen te doen ontbranden.
- Als je buiten kerstverlichting installeert, gebruik dan alleen kerstverlichting die voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd. Hetzelfde geldt voor verlengsnoeren.
- Gebruik bij koud winterweer alleen verlengsnoeren voor buiten die voor gebruik in de winter goedgekeurd zijn. Gewone verlengsnoeren kunnen bij deze temperaturen gemakkelijk scheuren.
Lees ook: Minder stress tijdens de feestdagen met deze 5 tips
Kerstverlichting installeren
- Hang de kerstverlichting nooit alleen op. Bij een ongelukkige val of verwonding is er dan altijd iemand die 112 kan bellen.
- Controleer of de lampjes werken voor je ze installeert. De gloeilampen zijn veel gemakkelijker te vervangen als je op vaste grond staat.
- Als een lampje doorgebrand is, vervang het dan door een lampje met hetzelfde wattage.
- Als je een levende kerstboom gebruikt, wees er dan zeker van dat hij voldoende water heeft. Zorg ervoor dat je het water regelmatig controleert en bijvult om te voorkomen dat de boom uitdroogt.
- Hang nooit kerstverlichting aan een metalen boom. De boom kan geladen raken met elektriciteit en iemand een schok geven. Het kan ook kortsluiting veroorzaken in de lampjes en brand veroorzaken.
- Plak verlengsnoeren af om te voorkomen dat mensen erover struikelen.
- Gebruik altijd de geschikte ladder.
- Ga nooit op de bovenste sport of de top van de ladder staan.
- Plaats een ladder nooit boven op een ander oppervlak voor extra hoogte.
- Gebruik alleen geïsoleerde draadhouders of houders voor coaxkabels om kerstverlichting te installeren.
- Installeer nooit lichtjes met spijkers, of schroeven.
- Splits nooit twee lichtsnoeren aan elkaar met elektrische tape of een twist-on connector. In plaats van draad door te knippen, speel je op veilig door een gezekerde connector te kopen bij de fabrikant of een plaatselijke bouwmarkt.
- Blijf goed uit de buurt van elektriciteitskabels of voedingskabels die van elektriciteitspalen naar je huis lopen.
- Overlaad een verlengsnoer nooit met extra stopcontactadapters. Doe je dat toch, dan verhoog je het risico op kortsluiting en een elektrische brand.
- Als je verlengsnoeren langs de grond laat lopen, verhoog dan de stekkers en aansluitingen met een baksteen om sneeuw, water en vuil uit de verbinding te houden.
- Omdat water en vuil in buitenstopcontacten kunnen komen, moet je ervoor zorgen dat de lampjes in een stopcontact met aardlekschakelaar (GFCI) worden aangesloten om kortsluiting en schokken te voorkomen. Als je niet weet wat dat is, kun je overwegen een elektricien in te huren.
- Installeer nooit buiten kerstverlichting bij slecht of winderig weer.
- Laat nooit kerstverlichting branden ’s nachts en terwijl je weg bent. Schakel eventueel ook de kerstboomverlichting uit als je niet in de kamer bent.
Kerstverlichting verwijderen en opbergen
Besteed evenveel zorg aan het verwijderen van kerstverlichting als aan het ophangen ervan:
- Haal de lichtjes nooit uit de boom door er aan te rukken. Als je aan de snoeren rukt, beschadig je ze.
- Vervang eventueel doorgebrande lampjes voordat je de lichtjes weer in hun doos doet. Dit geeft je ook de kans om de snoeren en stopcontacten te inspecteren.
- Als er vocht of vuil op de verlichting zit gebruik je het beste een vochtige doek om ze schoon te vegen. Dompel geen enkel deel van de kerstverlichting onder in water.
- Gooi geen gebundelde lichtjes in een doos. Doe je dat toch dan ben je uiteindelijk veel kwijt aan het ontwarren en mogelijk beschadigen ze volgend jaar.
- Nadat je de lichtjes netjes in hun oorspronkelijke doos geregen hebt, bewaar je ze in een afgesloten plastic bak om vocht en knaagdieren tegen te houden.
- Bewaar kerstverlichting nooit in de buurt van de oven of ergens waar extreme hitte is. Als je dat toch doet kan de isolatie of de lichtbussen mogelijk smelten en kunnen de lichtjes beschadigen.
Op zoek naar nieuwe lampen? Bekijk hier kerstverlichting