Iemand met smetvrees ( hosophobia) is extreem bang voor vuil en besmetting. Dit kan er toe leiden dat iemand de hele dag het huis aan het schoonmaken is of veertig keer per dag zijn handen wast.
Deze angst kan centraal staan bij een obsessieve-compulsieve stoornis (ook wel dwangstoornis genoemd). Iemand met een obsessieve-compulsieve stoornis heeft veel last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen.
Van alle volwassen Nederlanders heeft bijna 1% ooit in het leven een obsessief-compulsieve stoornis gehad. Jaarlijks krijgt 0,5% van de Nederlanders voor het eerst een obsessieve-compulsieve stoornis.
Een obsessieve-compulsieve stoornis kan behandeld worden met een psychologische behandeling en met medicijnen. De psychologische behandeling die de voorkeur heeft is exposure in vivo met responspreventie. Hierbij wordt de persoon met de obsessieve-compulsieve stoornis blootgesteld aan de angsten die leiden tot de dwang, zonder dat de dwanghandelingen worden uitgevoerd.