In de meeste culturen overheerst een bepaalde oog- en haarkleur. Aziaten bijvoorbeeld hebben vrijwel altijd zwart haar en donkerbruine ogen. Een grote uitzondering op deze regel vormen de Europeanen. Hun ogen kunnen bruin zijn, maar ook blauw, grijs, hazelnootkleurig of groen. Ze kunnen zwart haar hebben, maar ook bruin, rood, of blond. Waarom Europeanen zoveel meer kleurtjes hebben dan inwoners van andere werelddelen is nog niet vastgesteld. Maar over de functie van het kleurenpalet bestaan wel enige vermoedens. Je haarkleur en kleur ogen lijken namelijk een grote rol te spelen in je seksuele aantrekkingskracht. En seksuele aantrekkingskracht is een belangrijk onderdeel van de evolutie.
De evolutietheorie draait om natuurlijke selectie. Een organisme dat door een mutatie een nieuwe eigenschap heeft die hem een betere overlevingskans geeft dan zijn soortgenoten heeft meer kans om nageslacht te verzorgen. Dat nageslacht krijgt genetisch gezien die eigenschap mee, waardoor ‘handige’ eigenschappen over worden geleverd. Maar de mooie staart van een pauw zou een nadeel zijn voor zijn overlevingskans. Het maakt hem een makkelijke prooi.
Waarom heeft een pauw dan die staart? En waaraan heeft een roodborstje zijn kleur te danken? Het antwoord is simpel. Deze mannetjes worden seksueel geselecteerd door hun vrouwelijke soortgenoten. Een pauw die weet te overleven ondanks zijn onhandige staart moet namelijk wel heel sterke genen hebben. En het zijn die sterke genen die vrouwtjes willen voor hun nageslacht. Zo worden in de natuur stukje bij beetje de meest onhandige maar prachtige mutaties geselecteerd.
Het opvallende blonde haar zou daar een voorbeeld van kunnen zijn. Japans onderzoek heeft uitgewezen dat de blonde haar-gen niet ouder kan zijn dan 11.000 jaar. Volgens een van de de heersende theorieën zijn Europeanen enkele tienduizenden jaren geleden vanuit Afrika gekomen. Hoe in die korte tijd de 7 verschillende haartinten blond zich zo ver verspreid kunnen hebben zette de wetenschappers enige tijd voor een raadsel.
Totdat Peter Frost veronderstelde dat aan het eind van de ijstijd een mannentekort was ontstaan. Dit omdat in de veranderende omstandigheden de jacht veel gevaarlijker was. De concurrentie tussen vrouwen zou daardoor veel sterker zijn geworden. Er waren immers maar weinig beschikbare mannen over.
De snelle verspreiding van blond haar in deze periode kan maar één ding betekenen: de blondines hadden een erg grote kans om uitverkoren te worden door de weinige mannen. De blond-haar-mutatie had waarschijnlijk zo’n succes omdat de kleur zeldzaam was. Blondines moeten zijn opgevallen tussen de brunnettes, en hebben daarmee de concurrentiestrijd gewonnen. Tot op de dag van vandaag: diverse onderzoeken wijzen nog steeds uit dat mannen zich het meest aangetrokken voelen tot blondines, en dat ze blondines meer sex appeal vinden hebben.
Er is dus geen hoop meer voor de brunettes? Natuurlijk wel. Over 200 jaar is het blonde haar-gen waarschijnlijk verdwenen. Dit omdat een donkerder haar-gen altijd dominant is. En omdat we tegenwoordig veel vaker de wereld afreizen zullen steeds meer blonde vrouwen en mannen kinderen krijgen met donkerharige mensen.
Maar 200 jaar wachten is een lange tijd. Gelukkig is er nog een methode. Lang geleden heeft Thomas Thelen de weg voor brunettes al vrijgemaakt. Mannelijke proefpersonen moesten uit een serie foto’s van 6 aantrekkelijke vrouwen degene kiezen met wie ze zouden willen trouwen. In de eerste serie kwamen 6 brunettes voor. In de tweede 1 brunette en 5 blondines. In de derde 1 brunette en 11 blondines. Dezelfde brunette werd aantrekkelijker gevonden in de tweede serie dan in de eerste serie. En in de derde serie was ze nog veel leuker.
Dus als hij je blonde vriendin leuker vindt is het geen punt. Neem de volgende keer gewoon nog meer blonde vriendinnen mee. Succes verzekerd!