Ijshaar, haarijs, ‘de baard van Koning Winter’ of baardijs is een zeldzaam winters verschijnsel in bossen waarbij je witte suikerspinnen aan de bomen ziet hangen of op de grond ziet liggen. Als je beter kijkt zie je honderden afzonderlijke slierten van wat lijkt op teer wit haar uit takken groeien. Het gaat hier om een soort ijs dat zich op dood hout vormt en de vorm aanneemt van fijn, zijdeachtig haar.
De kristallen worden gevormd op rottend hout -voornamelijk aan beukentakken, soms ook eiken- in vochtige winternachten als de temperatuur net onder nul is. Wetenschappers hebben ontdekt dat het veroorzaakt wordt door een schimmel, Exidiopsis effusa, in de kern van de takken. Bij zijn stofwisseling komt water vrij, dat door de microscopische openingen van het hout wordt gedrukt. Als dit water tijdens het proces bevriest worden dat dunne haartjes met een diameter van ongeveer 0.01 mm.
Ijshaar is heel fragiel. Zodra de suikerspinnen door een mensenhand of de winterzon aangeraakt worden smelten ze weg.