Rozeboordencriminaliteit bestaat uit fraude of verduistering die wordt begaan door werknemers die zich op lagere niveaus van de organisatie bevinden, waardoor de acties niet vallen onder witteboordencriminaliteit. Witteboordencriminaliteit bestaat uit het misbruik maken van hun functie door een topman of topvrouw.
Ook werknemers met een lagere functie kunnen misbruik maken van hun positie. Ze hebben soms toegang tot of controle over de financiën. Die toegang stelt hen in staat bedrijfsgeld voor eigen gewin weg te sluizen met middelen als geld afromen, overschrijvingen en vervalste cheques. Daarnaast worden ook diefstallen als het meenemen van pennen en wc-papier of het vervalsen van reiskostenvergoedingen gezien als rozeboordencriminaliteit.
Rozenboordencriminelen gaan vaak steeds een stapje verder, totdat ze uiteindelijk tegen de lamp lopen.
Kelly Paxton, die zich ‘een expert op het gebied van oneerlijkheid op de werkvloer’ noemt, schreef ‘ Embezzlement: How to Detect, Prevent, and Investigate Pink-Collar Crime
Hoe is het woord rozeboordencrimineel ontstaan?
De term rozeboordencriminaliteit is overgewaaid uit Amerika, waar het ‘pink-collar crime’ heet. ‘Pink collar’ werd tijdens de tweede golf van het feminisme (jaren 1960 – 1980) bedacht door Knappe Howe (1977) als beschrijving van werkende vrouwen. Zij identificeerde kenmerken van werk die uniek waren voor vrouwen: segregatie, onderbetaling en seksuele intimidatie.
In de jaren 1980 gebruikte Dr. Kathleen Daly de term ‘pink-collar crime’ om misdaden aan te duiden zoals cheques jatten en boekhoudfraude. Dit soort kleine diefstallen werden toen vaker gedaan door vrouwen omdat ze van oudsher lagere functies bekleedden dan mannen, die witteboordencriminaliteit op hoog niveau konden uitvoeren.
Zijn rozeboordencriminelen altijd vrouwen?
Hoewel de term ontstaan is uit oude rolpatronen van mannen en vrouwen is dat inmiddels niet meer aan de orde. Een rozeboordencrimineel is een beschrijving van de positie van de werknemer en het type diefstal, en niet van het gender of de sekse van de crimineel. Ook mannen doen veel aan rozeboordencriminaliteit.
Misdaad en mededogen is een prachtig persoonlijk boek over de plek van de mens binnen het Nederlandse strafrecht en maakt duidelijk dat het huidige strafrecht meer gebaat is bij menselijkheid en mededogen dan bij controle en strenge sancties.